Christien Vos (1992) is een nieuwsgierige, ietwat chaotische en ruimdenkende millennial. Werkzaam als ambulant hulpverlener binnen de psychiatrie en ambassadeur bij Thirty030. In de Nuk wil zij Utrechters aan het denken zetten en soms even uit de tent lokken.

Met de ‘vrijdagmiddag kriebels’ stond ik vrijdag op Utrecht Centraal. Na een lange dag vol onbereikbare mensen, afwezige collega’s en net iets te lekker weer om aan het werk te zijn haastte ik me naar huis. Een afhaalmaaltijd, tinder gesprekje en een lichtelijk gehaaste opruimsessie later kan de vrijmibo eindelijk beginnen. Waar de avond begint met het bijpraten over onze dagelijkse bezigheden eindigen de gesprekken na een aantal flessen rode wijnen in gezemel over de zin van het leven. Na wat getouwtrek over hoe we deze avond af zullen sluiten belanden we in de Back & Fourth. De overstap van wijn naar bier gaat me verbazingwekkend goed af en voor ik het weet sta ik met jan en alleman te kletsen. En dan word ik voorgesteld aan Guus.

Guus oogt 25, casual gekleed maar wel alsof hij erover na heeft gedacht en een ietwat verlegen lach waarmee hij vast vele vrouwenharten sneller laat kloppen. In eerste instantie begint het gesprek wat onwennig. Alle standaard feitjes worden opgedreund om even warm te draaien waarna we uiteindelijk op het onderwerp ‘hobby’s’ uitkomen. Alleen dat woord al…. Als Guus met een enorme dosis enthousiasme, passie en opwinding over zijn dichtwerk vertelt, krijgt het woord hobby ineens een hele andere betekenis. Zijn passie voor het schrijven van gedichten werkt zo aanstekelijk dat ik bijna het gevoel heb dat ik degene ben die zijn gedichten schrijft.

Dan vraagt Guus mij naar wat ik zoal leuk vind om te doen in mijn vrije tijd. ‘Oei, tsja, ehm.. ik speel een beetje gitaar, ga veel naar de film en probeer wat meer tijd te spenderen achter m’n naaimachine’ zeg ik met een enigszins twijfelende glimlach. Ondertussen denk ik; ‘dat valt echt in het niets bij zijn mega interessante hobby waar hij met zoveel hartstocht over kan vertellen.’ Waar hij zich, vanuit een soort primaire behoefte, stort in het avond na avond schrijven van mooie, poëtische stukken voelt het alsof ik maar een beetje aan het aankloten ben.

Eigenlijk ben ik, en met mij vast heel vele andere op zoek naar die ene passie waar je jezelf volledig in kan verliezen. De keuze is enorm dus er zal toch wel iets tussen zitten wat net juiste snaar weet te raken? En met die gedachte stort ik mij keer op keer weer op alles wat mij maar een beetje interessant lijkt. DE zoektocht naar die ene bezigheid die het vuurtje in mij aanwakkert. Van reizen tot naailessen tot boeken lezen over filosofie. En elke keer kom ik weer bedrogen uit.

Waar mijn vader en moeder eerder gewoon deden wat van hen verwacht werd is het leven nu maakbaarder dan ooit. Je bent geen timmerman meer, je bent een timmerman met passie voor het vak. En al heb je die passie niet op de werkvloer dan zoek je daar verder verder naar buiten de kantoortijden. Want de keuze is reuze en de tijd tikt door.

‘Ah, jij bent zo’n type’ zegt Guus. Ik voel me gelijk een beetje beledigd maar ik probeer mezelf niet gek te laten maken. ‘Eh, zo’n type’ vraag ik bedenkelijk. ‘Ja, het type mens die het onuitputtelijke uithoudingsvermogen heeft om steeds weer opnieuw de uitdaging aan te gaan’. Even weet ik niet zo goed wat ik hierop moet zeggen en staar een beetje schaapachtig voor me uit. Hij lacht en zegt: ‘Je bent gewoon een onbevangen vlindertje.’

Deze column is verschenen in De NUK.