Christien Vos (1992) is een nieuwsgierige, ietwat chaotische en ruimdenkende millennial. Werkzaam als ambulant hulpverlener binnen de psychiatrie en ambassadeur bij Thirty030. In de Nuk wil zij Utrechters aan het denken zetten en soms even uit de tent lokken.

Ah nee! Ik kijk op mijn telefoon; het is al 09:00. Ik had allang op de fiets moeten zitten richting werk. Snel gooi ik het dekbed van me af, spring twee seconden onder de douche en graai in alle haast wat kleding van mijn wasrek. Shit, sleutels kwijt! Na een paar minuten zoeken vind ik ze dan eindelijk onderin mijn werktas. Half sprintend spring ik de trap af, gooi m’n voordeur met alle geweld open en stap op de fiets. Racen geblazen, want mijn trein vertrekt al over een paar minuten vanaf Utrecht Centraal. 

Als ik over het Domplein fiets, kom ik mijn grootste irritatie tegen; toeristen die niet snappen dat er ook mensen fietsen op het Domplein. Gefrustreerd bel ik de toeristen opzij en vervolg mijn inhaalslag via het Janskerkhof. Toch nog even snel voor die bus langs die (ook gefrustreerd) op z’n toeter drukt. In m’n gedachten maak ik hem voor alles uit, tsja dingen die je doet als je in de paniekstand staat.

Bij het Neude aangekomen, kom ik achter een drietal fietsers te fietsen die bijna heel het fietspad in beslag nemen. Na een aantal keer bellen krijg ik geen respons dus ik besluit het voetpad te nemen waar een paar voetgangers mij boos aankijken. Het doet me op dit moment even niks, op tijd komen is nu de prioriteit.

Als ik bij het kruispunt voor de Bijenkorf aankom, springt het stoplicht net op rood en zie ik een aantal andere fietsers hun kans wagen om toch de oversteek te maken. Als het stoplicht, na voor mijn gevoel uren, op groen springt komt de massa langzaam op gang. Naast mij fietst iemand whatsappend op zijn telefoon langs me heen. ‘Krijg je daar tegenwoordig geen boete voor?’, bedenk ik me hardop. Als ik dan eindelijk op het station aankom haal ik op het nippertje mijn trein en is de rust, voor zolang als het duurt, wedergekeerd.

Dit is natuurlijk niet een doorsnee ochtend maar in het korte tijdsbestek dat ik op weg ben naar het station hebben ik, en een aantal andere fietsers, meerdere verkeersregels overtreden. Asociaal fietsgedrag? Wellicht. De teneur is toch een beetje: iedereen doet het, dus we accepteren het van elkaar totdat het fout gaat.

Hoe kan het ook anders in een stad waar 51% van de inwoners dagelijks op de fiets stapt. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat Utrecht volgens de Copenhagen Index na Amsterdam, op nummer 3 staat in de lijst van de meest fietsvriendelijke steden. Dit komt met name door de fietspaden, deelfietsen, investeringen in de infrastructuur voor fietsers en door de komst van ‘s werelds grootste fietsenstalling.

Met een explosieve groei van het aantal fietsers komt Utrecht wel voor een aantal uitdagingen te staan. Dit geldt met name voor de parkeerplekken voor fietsen en de onduidelijkheid voor bezoekers over waar wel en niet gefietst mag worden. Als binnenstadbewoner zijn deze problemen erg herkenbaar. Bovendien valt er Utrecht ook nog veel winst te behalen als het gaat om het verminderen van fietsdiefstallen en fietsongelukken.

Toch overheerst er wel een gevoel van trots als ik hoor dat ik, en mijn mede Utrechtenaren, zo hoog in de ranking van de Copenhagen Index  staan. Als het erom zou hangen, zou ik iedere ochtend als ik naar het station fiets de boze blikken van voetgangers en toeterende buschauffeuren best wel op de koop toe willen nemen om deze positie te behouden.