Christopher Marks (1989) is een (bijna) dertiger. Hij is ondernemend, een verhalenverteller en verbinder. Hij is vader van zoontje Lucas (2017) en man van Gerdine. In zijn vrije tijd is hij drummer, een wannabe CrossFit atleet & ambassadeur voor Leidsche Rijn.

Noem me een tikkeltje hypocriet voor deze klaagzang, want ook ik ben echt wel een keer de fout in gegaan. Maar elke vorm van onwetendheid op dit vlak is een keuze.

Ik ben vader van een klein papegaaitje. Een spiegel die je keer op keer weet te confronteren. Werkelijk alles wordt gekopieerd door mijn zoontje. The good, the bad and the ugly. Mijn woorden worden naverteld. Als ik boos ben is hij furieus en op sommige momenten betrap ik hem op het loopje van zijn moeder. Iedere actie wordt als een spons opgenomen en zie je (soms onverhoopt) terug bij deze knul van bijna twee.

Als ouder wil ik het allemaal zo goed mogelijk doen. Ik wil het beste voor hem, zijn toekomst en voor de wereld waarin hij opgroeit. Ik ben ervan overtuigd dat de beste manier om dat te doen is door ‘voor te leven’. Niet zeggen hoe het moet, maar het laten zien!

Dus met dat in mijn achterhoofd kijk ik nét even scherper naar mijzelf en mijn omgeving. En dat maakt me irritanter dan ooit.

Het begon met rokers aanspreken op het weggooien van hun peuken. Ken je dat? Het overgrote deel van de rokers vindt het volstrekt normaal om een brandende sigaret op straat uit te trappen en te laten liggen voor een ander. Mijn dienst als peukpolitie begint dan al soms om half 8 s’ochtends op het station. Als de forensen met hun koptelefoon en een extra sterke cappuccino het laatste nieuws op social media scoren. De laatste hijs wordt diep geïnhaleerd, de peuk valt en met de bal van de voet krijgt deze de genadeklap. Ik tik ze op de schouder en vraag of het nodig was om die peuk op de grond te gooien, terwijl ik wijs naar de vuilnisbak op nog geen twee meter afstand. Dan word ik uitgemaakt voor bemoeial of mafkees. Sommigen doen alsof hun neus bloedt en er is ook een zeldzaam soort wat mij gelijk geeft en het alsnog weggooit.

Naast mijn dienst op het station heb ik het ook druk in het verkeer. Elke keer als ik een bestuurder met een mobiel zie wordt dat beantwoord met het gebrul van mijn toeter. Soms voelt mijn ritje naar de sportschool eerder als een rit naar een Turkse bruiloft. Het aantal bestuurders dat geen twee tellen zonder de dopamine van hun mobiel kunnen, en daarmee anderen in gevaar brengen, is enorm. Inmiddels zijn er twee keer auto’s bij mij achterin gereden omdat er iets op Instagram belangrijker was. Ik denk dat het me daarom zo stoort. Wellicht dat dit probleem zich pas verhelpt zodra de robots de wereld overnemen… Enfin.

Zo’n druktemaker als ik heeft natuurlijk véél meer scenario’s waarin hij betrapt kan worden met het strooien van confrontatie. Denk aan mensen die een roltrap blokkeren. Kletskousen die in de ingang van de supermarkt staan te beppen. Vuillakken die rotzooi uit de auto gooien. Badgasten die een ligstoel reserveren met hun handdoek. Profiteurs die in de bios op mijn gereserveerde plek gaan zitten of van die arrogante lui die dubbel parkeren. Brrr..

Ik leef echt niet in de illusie dat iedereen het perfecte leven kan leiden. Ik begrijp heel goed dat je een keer een misser maakt. Dat je een keertje een rotdag hebt gehad of dat je simpelweg niet over je gedrag hebt nagedacht. Maar de reactie op mijn opmerking zegt alles. De mensen die ik aanspreek weten donders goed dat het onhandig is wat ze doen, maar in plaats van open te staan voor een kritische noot, word ik beantwoord met gescheld en getier.

Ik vermoed dat precies dat de reden is dat mensen elkaar überhaupt weinig aanspreken op onwenselijk gedrag en eerder blind spelen dan dat ze actie ondernemen. Toch heb ik de hoop dat mijn voorbeeld wordt gevolgd en dat ook jij mensen aan gaat spreken op asociaal gedrag. Zodat als ik een keer een misser maak, ik gewoon keihard moet kauwen op een koekje van eigen deeg.